De moestuin van en voor de Voedselbank groeit en bloeit!

10 juli 2014

moestuin - de bonen en de aardappelsSinds maart van dit jaar wordt er hard gewerkt aan de totstandkoming van een moestuin op het terrein van de Haard. De moestuin is een project van het Huis van Compassie en de Voedselbank Nijmegen. Mensen die zelf gebruik moeten maken van de Voedselbank verbouwen er groenten. De opbrengsten worden verdeeld over de pakketten die de Voedselbank wekelijks aan velen in Nijmegen verstrekt.

Onder aanvoering van de initiatiefnemers vanuit de Voedselbank Christel Albiez en Wilbert Thijssen, is er inmiddels al een heleboel tot stand gebracht: de tot dan toe kale grond is nu gevuld met aardappelplanten, courgettes, aardbeien, aardperen, bonen, etc.. Tegen de achterwand is een eenvoudige kas gemaakt, waarin tomaten, paprika’s en andere groenten die wat extra warmte kunnen gebruiken aan het groeien zijn. En bovenop de helling zijn honderden boerenkoolplanten en preien geplant.

Er is niet alleen hard gewerkt door Wilbert en Christel: ook een groot aantal mannen die gebruik maken van de sociale spreekuren van de diaconie waren en zijn wekelijks bij ons te vinden. Zo ook studenten van Quo Vadis; zij helpen op de donderdagmiddag (zie voor een sfeerimpressie van hun werk de onderstaande foto’s). Bij elkaar zijn er inmiddels al meer dan 15 mensen die zich voor de moestuin inzetten, of hebben ingezet.

moestuin - hulp Quo Vadis

Inmiddels zijn de eerste groenten klaar om geoogst te worden, en hebben wij afspraken gemaakt met de Voedselbank hoe de groenten terecht kunnen komen bij de gebruikers van de Voedselbank.

Het gaat overigens ook goed met de andere moestuin op ons terrein: van en voor de kinderen van basisschool het Kleurrijk in Willemskwartier. Samen met hun docent komen de kinderen wekelijks bij ons om groenten te verbouwen. In een volgend bericht staan we nader stil bij hoe het de kinderen en hun groenten vergaat.

Heeft u interesse om mee te werken aan de moestuin, neem dan contact met ons op: 024-3228480, en vraag naar Pieter Poels.